Activiteiten

Op deze pagina vindt u 15 inspirerende lesactiviteiten die gericht zijn op het vergroten van het leesplezier en de leesmotivatie bij basisschoolleerlingen. Deze activiteiten zijn zorgvuldig geselecteerd om kinderen op een leuke en interactieve manier met lezen in aanraking te brengen. Dankzij de waardevolle bijdrage van de leerkrachten van Basisschool de Klaverweide is het mogelijk geworden om deze lijst samen te stellen. 

 De volgende activiteiten kunt u vinden op deze pagina:

  1. De verteltafel
  2. The Book of Holland
  3. De boekendans
  4. Letter speurtocht
  5. De leesdoos 
  6. Een Acrostichon (naamgedicht) schrijven
  7. De sprookjesdag
  8. De Lettertafel
  9. Knutselopdracht bij leesboek 'Pluk van de Petteflet'. 
  10. Breinkrachten koppelen (executieve functies) aan het leesboek 'De dappere ridster'.  
  11. Welk boek hoort bij welke quote?
  12. Boekenpraat
  13. Verhaaldenkgesprek voeren
  14. Leren over de opbouw van een verhaal
  15. Boekenbeurt

Bij elke activiteit staat aangegeven voor welke doelgroepen deze geschikt is en hoe u deze kunt uitvoeren. U heeft echter de vrijheid om zelf te bepalen voor welke groep u de activiteit inzet en op welke manier u deze uitvoert. De gegeven suggesties dienen slechts als richtlijn.

Activiteit 1: De verteltafel 

Inzetbaar bij de groepen: 1 t/m 3.

Uitleg activiteit: Een verteltafel is een speelhoek of tafel waarop een verhaal of prentenboek tot leven komt met behulp van verschillende voorwerpen en attributen. Kinderen kunnen hier spelenderwijs het verhaal naspelen en verder verkennen, bijvoorbeeld met poppetjes, knuffels, decorstukken of andere materialen die passen bij het verhaal. Dit helpt hen om zich beter in het verhaal in te leven, de volgorde van gebeurtenissen te begrijpen en hun taalvaardigheid te ontwikkelen. Het is eigenlijk een kleine, nagebouwde wereld die direct aansluit bij het verhaal uit het boek.

 

Activiteit 2: Book of Holland 

Inzetbaar bij de groepen: 1 t/m 8

Uitleg activiteit: De leerkracht of een leerling leest een stukje van een verhaal voor terwijl de andere leerlingen omgedraaid zitten op hun stoel of op de grond. Wanneer het verhaal een leerling aanspreekt dat draait hij of zij zich om. De leerkrachten kan bijhouden hoeveel kinderen per boek zijn omgedraaid en vragen aan de leerlingen waarom zij zijn omgedraaid voor een boek.  

Activiteit 3: De boekendans

Inzetbaar bij de groepen: 3 t/m 8

Uitleg activiteit: Leg op elke stoel in de kring  een boek (eigen boeken of uit de bibliotheek) en zet muziek op. Terwijl de muziek speelt, dansen de kinderen rond. Zodra de muziek stopt, gaan de leerlingen zitten bij de dichtstbijzijnde stoel  en lezen het boek. Na 2-3 minuten start de muziek opnieuw. Herhaal dit 4-5 keer. Eindig met de vraag wie een boek heeft ontdekt dat hij/zij graag wil lezen. Doe als leerkracht zelf mee voor extra plezier!

 

Activiteit 4: Letter speurtocht

Inzetbaar bij de groepen: 1/m 8

Uitleg activiteit: De leerkracht zoekt een zoekplaat uit in het Alfabetboek. De leerkracht laat de uitgekozen zoekplaat op het digibord zien of print voor iedere leerling de zoekplaat uit. De leerlingen moeten binnen een bepaalde tijd zoveel mogelijk woorden vinden die beginnen met de letter die hoort bij de zoekplaat. De leerkracht kiest ervoor of de leerlingen de woorden moeten opschrijven op een papier of dat de leerlingen de plaatjes  die beginnen met de gekozen letter moeten omcirkelen. 

Activiteit 5: De leesdoos

Inzetbaar bij de groepen: 1 t/m 8

Uitleg activiteit: Vul een doos met kaartjes waarop verschillende manieren staan om als klas samen of zelfstandig stil te lezen. Laat de kinderen meedenken  over de manieren om te lezen en schrijf deze ideeën op de kaartjes. Trek regelmatig een kaartje en lees op een verrassende manier, zoals bijvoorbeeld liggend op de grond, onder je tafel of samen lezen. 

 

Activiteit 6: Een Acrostichon (naamgedicht) schrijven

Inzetbaar bij de groepen: 4 t/m 8

Uitleg activiteit: Tijdens deze opdracht krijgen de leerling de opdracht om met een naam/thema (bijvoorbeeld in dit geval 'Panda') een gedicht te maken. De leerlingen maken zinnen die beginnen met steeds een letter van de naam of het thema. In dit geval hebben de leerlingen weetjes opgezocht over de panda. De leerlingen hebben bij iedere zin een nieuw weetje opgeschreven. De zin startte steeds met de letter die vooraan bij he schrijfbalkje stond. Uiteindelijk konden de leerlingen met alle eerste letters van de zinnen het woord panda maken. 

Activiteit 7: De sprookjesdag 

Inzetbaar bij de groepen: 1 t/m 8

Uitleg activiteit: De leerkracht gaat op een vaste dag in de week een sprookje voorlezen of laat steeds een andere leerling een sprookjes voorlezen. Hierna kan de leerkrachten met de leerlingen in gesprek gaan over het voorgelezen sprookje en vragen stellen.

* Deze activiteit kan gevarieerd gegeven worden. Zo kan de leerkracht voor iedere dag een andere tekstsoort uitkiezen om voor te lezen aan de klas, zodat de leerlingen met veel verschillende tekstsoorten in aanmerking komt.

 

Activiteit 8: De Lettertafel

Inzetbaar bij de groepen: 1 t/m 3

Uitleg activiteit: De leerkracht richt een tafel in de klas in met voorwerpen die passen bij een bepaalde letter of een boek. Dit kunnen materialen uit de klas zijn of voorwerpen die leerlingen van thuis meenemen. De lettertafel helpt kinderen spelenderwijs letters en taal te ontdekken en kan wekelijks wisselen op basis van een nieuwe letter of een boekthema.

 

Activiteit 9: Knutselopdracht bij leesboek 'Pluk van de Petteflet'. 

Inzetbaar bij de groepen: 3 t/m 5

Uitleg activiteit: De leerkracht leest het verhaal  'Pluk van de Petteflet' voor.  Na het boek te hebben gelezen bedenken de leerlingen een woning uit de Petteflet waarin Puk zou kunnen wonen. De leerlingen decoreren de hele woning. Ze knutselen onder andere stoelen, tafels, bedden, kastjes en lampen. 

 

Activiteit 10: Breinkrachten koppelen (executieve functies) aan het leesboek 'De dappere ridster'. 

Inzetbaar bij de groepen: 4 t/m 6

Uitleg activiteit:  De leerkracht leest een stuk voor uit het leesboek 'De dappere ridster'. Na het voorlezen gaat de leerkracht in gesprek met de leerlingen over het verhaal. De leerlingen denken samen na over  het verhaal van 'De dappere ridster' en bedenken welke breinkrachten (methode Breinhelden voor training van Executieve functies) hierin passen. Het boek leent zich er heel goed voor om een combinatie te maken van voorlezen en de koppeling naar de Breinkrachten.

Activiteit 11: Welk boek hoort bij welke quote?

Inzetbaar bij de groepen: 4 t/m 8

Uitleg activiteit: De leerkracht hangt in de klas verschillende quotes uit leesboeken op. De leerlingen proberen te raden uit welk boek de quote komt. Dit kan individueel, in groepjes of klassikaal. Voordat ze weten welk boek bij de quote hoort, kunnen ze aangeven welke quote hen het meest aanspreekt en welk boek ze zouden willen lezen. Daarna wordt onthuld uit welke boeken de quotes komen. Dit stimuleert leesmotivatie en maakt leerlingen nieuwsgierig naar nieuwe boeken.

 

 

Activiteit 12: Boekenpraat

Inzetbaar bij de groepen: 1 t/m 8

Uitleg activiteit:

Na het stil lezen of het voorlezen kan de leerkracht verschillende vragen stellen aan de leerlingen. Praten over boeken helpt de leesbevordering te vergroten. Leuke vragen om te stellen zijn:

- Waar woont de hoofdpersoon in je verhaal en zou jij hier ook willen wonen?

- In welke tijd speelt het verhaal zich af? Zou jij ook in deze tijd willen leven?

- Wat is het meest grappige zinnetje uit je boek?

- Welke karaktereigenschappen heeft de hoofdpersoon uit je boek? Lijkt hij of zij op jou?

- Zijn je tijdens het lezen woorden of zinnen opgevallen die je mooi vindt? Weet je nog welke?

- Ken je mensen die het boek heel mooi zouden vinden? Wie zou het ook moeten lezen?

- Kun je een stuk noemen dat nooit gebeurd kan zijn?

- Hoe denk je dat de schrijver op het idee voor dit verhaal is gekomen?

- Doet een van de personages je denken aan iemand die je kent?

- Welk personage boeit jou het meest? De hoofdpersoon of juist iemand anders?

- Welke personages vind je niet aardig?

Deze bovenstaande vragen zijn bedacht door een leerkracht van Basisschool Klaverweide en een aantal vragen komen van Aidan Chambers (een bevlogen leesbevorderingsexpert). Van deze vragen kan een leerkracht vragenkaartjes maken, zodat er iedere keer naar een leesmoment er vragen gesteld kunnen worden over de verhalen aan de leerlingen. Op Gynzy kunt u ook de tool boekenpraat vinden om in te zetten tijdens het bespreken van boeken. 

 

Activiteit 13: Verhaaldenkgesprek voeren

Inzetbaar bij de groepen: 1 t/m 8

Uitleg activiteit: Tijdens verhaaldenkgesprekken worden leerlingen uitgedaagd om actief deel te nemen, mee te denken en met elkaar en de leerkracht te praten. In plaats van alleen te checken of de leerlingen het voorgelezen verhaal begrijpen, zijn verhaaldenkgesprekken echte dialogen waarin nieuwe kennis gezamenlijk wordt opgebouwd. De leerkracht stelt open vragen en moedigt leerlingen aan om na te denken, ideeën te delen en elkaar verder te helpen.

Een verhaaldenkgesprek is een heel fijn middel om de​ mondelinge taalontwikkeling van kinderen te stimuleren.​ Ze leren luisteren, spreken en ook nog eens gesprekken te voeren.​ Op een speelse manier spreken ze hun denkkracht aan

 

Activiteit 14: Leren over de opbouw van een verhaal

Inzetbaar bij de groepen: 4 t/m 8

Uitleg activiteit: In deze activiteit leert de leerkracht de leerlingen hoe een verhaal is opgebouwd. De leerkracht kiest een tekst uit en laat de leerlingen deze lezen. Vervolgens bespreken de leerlingen samen de opbouw van het verhaal: het begin, de midden, en het einde. Ze kijken naar de inleiding, de gebeurtenissen die de spanning opbouwen, het hoogtepunt en de afloop. De leerkracht begeleidt de leerlingen bij het herkennen van deze elementen en helpt ze te begrijpen hoe een verhaal logisch en boeiend wordt opgebouwd. Dit bevordert zowel leesbegrip als inzicht in de structuur van verhalen.

 

Activiteit 15: Boekenbeurt

Inzetbaar bij de groepen 4 t/m 8

Uitleg activiteit: Tijdens de boekenbeurt vertelt een leerling over een boek dat hij of zij heeft gelezen. De leerling deelt een korte samenvatting van het verhaal, bespreekt de belangrijkste personages en vertelt waarom het boek leuk of interessant was. De leerkracht kan vragen stellen om de leerling te helpen het verhaal beter uit te leggen en andere leerlingen aan te moedigen het boek ook te lezen.