Het praktijkprobleem
Om een goed beeld te kunnen schetsen van het praktijkprobleem, wat zich binnen de school KPO Klaverweide afspeelt, hanteer ik bron- en methodetriangulatie. Door middel van de 5 W en H-vragen af te gaan, kan ik het probleem in kaart brengen (Van der Donk & Lanen, 2020).
Wat is het probleem?
Het praktijkprobleem dat zich voordoet, ligt bij het onderwerp begrijpend lezen. De leerlingen van groep 5 laten zien weinig plezier en motivatie te ervaren tijdens de lessen begrijpend lezen. Dit is terug te zien in de antwoorden van een enquête die ik heb opgesteld en heb laten invullen door de leerlingen van groep 5 (zie bijlage 1). Hierin is het van belang om te onderzoeken of het gaat over intrinsieke of extrinsieke motivatie. Uit onderzoek blijkt dat er zowel binnen de school als landelijk een daling plaatsvindt ten aanzien van de scores bij toetsingen op het gebied van begrijpend lezen. Zowel de motivatie als de leerprestaties zouden aangepakt moeten worden. Uit observaties en gesprekken in mijn groep 5 kan ik concluderen, dat veel leerlingen niet weten hoe ze belangrijke informatie uit een tekst kunnen halen. Leesstrategieën worden nauwelijks ingezet. Ook vinden de leerlingen van groep 5 het lastig om de belangrijkste boodschap uit een tekst te halen en de tekst samen te vatten. Op school wordt de methode Leeslink gebruikt. De methode Leeslink heeft bruikbare teksten die aansluiten bij de leefwereld. De opdrachten zijn echter minder bruikbaar, dit blijkt uit de enquête die ik de leerkrachten van groep 5 tot en met 8 heb laten invullen (zie bijlage 2). Uit de enquête komt onder andere naar voren, dat de opdrachten niet overheen komen met wat er gevraagd wordt in Leerling in beeld (LIB)-toetsen. In de enquête geven de leerkrachten van groep 5 tot en met 8 aan, dat de leerlingen weinig plezier en motivatie laten zien. Het is dus een probleem dat zich voordoet in de bovenbouw van basisschool Klaverweide.
Wanneer is het probleem aanwezig?
Dit praktijkprobleem doet zich niet alleen voor bij het vak begrijpend lezen, maar heeft ook invloed op andere vakken, waarbij leerlingen in staat moeten zijn om belangrijke informatie uit teksten te halen. Een voorbeeld hiervan is het vak rekenen, waar redactiesommen vaak problemen veroorzaken. Bij redactiesommen moeten leerlingen de informatie uit een tekst of een verhaal begrijpen en vertalen naar een wiskundige som. Deze vaardigheid vereist een goed niveau van begrijpend lezen, omdat leerlingen in staat moeten zijn om relevante details te identificeren en onbelangrijke informatie te negeren. Het probleem is niet alleen theoretisch, maar is ook duidelijk zichtbaar in de praktijk. Ik heb het zelf ervaren in mijn groep 5, waar leerlingen regelmatig moeite hebben met het begrijpen en oplossen van redactiesommen. Dit is bevestigd door gesprekken met mijn mentor, de directieondersteuner en de afgenomen enquête onder collega’s, die allemaal hebben aangegeven dat dit probleem op schoolniveau speelt. Het blijkt dat het probleem zich niet beperkt tot één klas, maar schoolbreed een probleem is, dat aandacht vereist. Tijdens gesprekken met de leerlingen in groep 5 is ook naar voren gekomen dat zij redactiesommen als bijzonder moeilijk ervaren. Ze geven aan dat het lastig is om de juiste informatie uit een verhaal te halen en dit om te zetten in een rekensom. Deze moeilijkheden zijn zichtbaar in hun werk: leerlingen krijgen hun taken vaak niet af, maken veel fouten en raken gefrustreerd door het proces. Dit wijst op een onderliggend vaardigheidstekort in begrijpend lezen, die zich negatief uitwerkt op hun prestaties in verschillende vakken.
Wie hebben er baat bij dat dit praktijkprobleem aangepakt wordt?
Het aanpakken van dit praktijkprobleem is van groot belang voor zowel leerlingen als leerkrachten, omdat het directe invloed heeft op twee essentiële aspecten van het leesonderwijs: leesmotivatie en leerprestaties in begrijpend lezen. Ten eerste heeft het verhogen van de leesmotivatie een positief effect op de betrokkenheid van leerlingen. Wanneer leerlingen gemotiveerd zijn om te lezen, zullen zij actiever en met meer plezier deelnemen aan leesactiviteiten. Dit verhoogde enthousiasme leidt tot een grotere leesinzet, wat op zijn beurt kan bijdragen aan een grotere woordenschat, betere tekstbegrip en een dieper inzicht in de tekst. Een verhoogde motivatie kan ook de leesfrequentie verhogen, wat essentieel is voor het verbeteren van leesvaardigheid en begrijpend lezen. Ten tweede heeft een verbeterde leesmotivatie een directe invloed op de leerprestaties van leerlingen. Wanneer leerlingen meer gemotiveerd zijn om te lezen, zullen ze meer tijd en energie besteden aan het begrijpen en verwerken van teksten. Dit bevordert niet alleen hun leesvaardigheid, maar ook hun vermogen om diepere betekenissen uit teksten te halen, verbanden te leggen en kritischer te denken over de inhoud. Dit alles draagt bij aan de ontwikkeling van vaardigheden die essentieel zijn voor begrijpend lezen, zoals het analyseren, samenvatten en interpreteren van teksten.
Voor leerkrachten biedt het aanpakken van dit probleem eveneens voordelen. Leerkrachten kunnen effectievere en meer gerichte instructies geven wanneer zij merken dat de motivatie van hun leerlingen toeneemt. Dit zal niet alleen de kwaliteit van hun lesgeven verbeteren, maar hen ook in staat stellen om hun leerlingen beter te begeleiden in het ontwikkelen van begrijpend lezen. Daarnaast zullen leerkrachten in een motiverende leeromgeving een groter gevoel van voldoening ervaren, doordat zij de groei en vooruitgang van hun leerlingen kunnen zien.
Waarom moet het probleem worden aangepakt?
Het is belangrijk dat juist begrijpend lezen wordt aangepakt, omdat de leerprestaties achteruitgaan. Als speerpunt van schooljaar 2024-2025 staat leesplezier bevorderen op de planning, dit sluit goed aan bij het aanpakken van de leesvaardigheid van de leerlingen. De digitale methode Leeslink kan bij de aanpak goed ingezet worden, maar om het beter bij de onderwijsbehoeften van de leerlingen aan te laten sluiten, zijn er hierin aanpassingen nodig. Door tussentijds te evalueren en de mening van leerlingen mee te nemen, krijgen zij meer invloed op hun eigen leerproces. De hoop is dat dit hun intrinsieke motivatie vergroot. Hierdoor blijven zij gemotiveerd tijdens het vak begrijpend lezen en andere vakken, waarin begrijpend lezen een rol speelt.
Waar zal de uitvoering plaatsvinden van het onderzoek?
Binnen groep 5 van Basisschool Klaverweide ga ik mijn onderzoek uitvoeren. De leerkrachten van de bovenbouwgroepen neem ik mee in mijn proces, zodat zij inbreng hebben in het ontwerp van het praktijkonderzoek, feedback kunnen geven op mijn ideeën en later ook het ontwerp kunnen uitproberen in hun eigen groep.
Hoe wordt het probleem aangepakt?
Ik start met het mailen van een enquête naar de leerkrachten om erachter te komen hoe ieder van hen tegen begrijpend lezen in de eigen klas aankijkt. Ook neem ik hierin mee wat ze vinden van de methode Leeslink, die hier op de school gebruikt wordt als digitale methode voor begrijpend lezen. De uitslag van deze enquête neem ik mee in mijn uitvoering. Ook de leerlingen van groep 5 ga ik betrekken bij het praktijkonderzoek. Ik wil door middel van een enquête uit te zetten, erachter komen wat leerlingen zelf vinden van lezen en of ze intrinsieke of extrinsieke motivatie ervaren tijdens (begrijpend) lezen. Ik zal interventies gaan uitvoeren en deel de resultaten van mijn praktijkonderzoek met de leerkrachten van de groepen 5 tot en met 8, zodat zij mijn interventies die werken, in hun eigen groepen kunnen inzetten. Door gesprekken met de leerlingen tijdens de uitvoering, enquêtes af te nemen, interventies bij te stellen en uiteindelijk te evalueren, kom ik erachter welke aanpak het beste werkt om het probleem aan te kunnen pakken.
Maak jouw eigen website met JouwWeb